Behalve op de medewerkerssite, zetten we zijnavigatie zo min mogelijk in. Zijn er naast de hoofdpagina toch ook subpagina’s nodig? Zet dan de zijnavigatie uit en verwijs vanuit de hoofdpagina met linkjes naar de subpagina’s.   

Veel artikelpagina's bestaan met name uit lopende tekst. Zorg ervoor dat je de tekst scanbaar maakt voor de lezer. Dat wil zeggen dat je deze opdeelt in hapbare brokjes: een duidelijke kop, samenvattend intro (inleiding), tussenkoppen (H2 en H3) en korte alinea's.

Let op: in een inleiding kun je geen link plaatsen.  

Lees meer over de structuur van een webtekst.

Kies altijd een headerbeeld. Dit komt bovenaan de pagina. Als je met een card naar een artikelpagina verwijst, zorg dan bij voorkeur dat het beeld in de card (de main image) overeenkomt met het headerbeeld. Dat is voor de lezer het meest logisch.

Ook in het artikel zelf kun je afbeeldingen toevoegen, tot wel drie naast elkaar. Plaats niet te veel beelden, kies ze zorgvuldig en zorg dat ze passen bij je verhaal. De meeste mensen focussen op de tekst; zorg dat afbeeldingen niet in de weg zitten.

Lees meer over beeld en video's. 

Op een artikelpagina kun je ook een video plaatsen (embedden). Je kunt tot 2 video's naast elkaar plaatsen. We gebruiken Vimeo als videokanaal en -player. De starttijd van de video kun je aangeven op Vimeo.

Naast het embedden van afzonderlijke video's kun je ook een Vimeo-showcase op een pagina plaatsen, een serie van video’s waar je als kijker doorheen kunt bladeren. Je gebruikt dan de URL van de showcase. 

Lees meer over beeld en video's.

Met links kun je de lezer verwijzen naar informatie op andere webpagina's, zowel op externe websites als binnen Hippo. Verwijs je naar een andere pagina in Hippo, gebruik dan bij voorkeur een interne link. Die blijft namelijk in stand als de pagina een keer verhuist.

Bij een verwijzing naar een pdf-bestand vermeld je achter de verwijzing tussen haakjes ‘pdf’ plus het aantal pagina's van de pdf: (pdf, 21 p.) of in het Engels: (PDF, 21 pp.)

Lees meer over links en calls to action.
 

Een call to action (CTA) is een link die de bezoeker aanzet tot actie. In Hippo kun je er drie onder elkaar plaatsen: een primaire, secundaire en tertiaire CTA. 

Voor een echt belangrijke actie op een pagina (denk aan inschrijven of aanmelden) gebruik je in principe altijd de primaire CTA. Zijn er meerdere gewenste acties, dan kun je de secundaire en tertiaire gebruiken. Maak er maximaal drie per pagina.  

Je kunt meerdere CTA-links onder of naast elkaar plaatsen. Dat betekent niet dat je dit te pas en te onpas moet doen. De regel is nog steeds dat de opmaak zo veel mogelijk links is uitgelijnd.  

Lees meer over links en calls to action.

Een uitklapper is een element waarvan alleen de titel getoond wordt en dat de lezer kan in- en uitklappen. De tekst die je nu leest zit ook in een uitklapper.

Als redacteuren hebben we de neiging regelmatig uitklappers te gebruiken, maar het is raadzaam bewust en spaarzaam met dit element om te gaan. De lezer moet er immers extra moeite voor doen.

Vaak is het beter te werken met duidelijke tussenkopjes en korte alinea's. Scannende lezers kunnen zo immers ook snel vinden wat ze zoeken. Essentiële informatie – informatie die hoort bij het hoofddoel van de pagina – hoort sowieso niet in een uitklapper. Soms kun je de informatie ook beter over meerdere pagina’s verdelen.

Je kunt een uitklapper overwegen als: 

• de uitklapelementen niet allemaal voor elke lezer relevant of nuttig zijn, én 
• je minimaal 3 uitklapelementen hebt, én 
• de uitklapelementen van hetzelfde niveau/soort zijn (en er dus samenhang is) 
• het een lange pagina is – als de pagina kort en overzichtelijk is, zijn uitklappers overbodig. 
   

De ‘inzet’ en het ‘tekst en beeld-blok' zijn elementen waarmee je een onderwerp kunt uitlichten dat niet in de lopende tekst past. Denk aan extra uitleg over iets dat je in de lopende tekst noemt. Of een gerelateerd onderwerp dat je extra wil uitlichten.

De inzet is een kader met tekst. Geef de inzet altijd een duidelijk kopje, zodat je de scannende lezer bedient. Je kunt de inzet links of rechts laten uitlijnen (net als bij afbeeldingen). In het veld voor de alt-tekst, in het cms, omschrijf je in een paar woorden waar de inzet over gaat.

In het tekst en beeld-blok kun je links een titel, tekst en link plaatsen. Rechts kun je een afbeelding plaatsen. Een andere optie is links een afbeelding met een quote gebruiken.  
 

Een webpagina waarop onderaan geen verwijzingen staan naar andere artikelen noemen we ook wel een ‘doodlopende straat’. Beter is het om de bezoeker te wijzen op gerelateerde content: pagina’s die iets met het onderwerp te maken hebben en waarvan je denkt dat de student er misschien ook wel naar op zoek is. 

Je doet dat door onder aan de pagina een ‘Zie ook’-cardrij te plaatsen van maximaal 4 cards.  
 

Een quote is uitgelicht citaat bij een interview. Deze bestaat uit tekst tussen aanhalingstekens, een (ronde) portretfoto en eventueel een link. Quotes trekken de aandacht van de lezer en maken de pagina afwisselender.

Je kunt ze op twee manieren gebruiken:

1. Je kiest voor de quote een prikkelende of kernachtige uitspraak uit de webtekst zelf (zonder link).
2. Je gebruikt een passende quote uit een interview elders op de website en verwijst ernaar met een link.

Maak quotes in elk geval niet te lang en plaats er niet te veel op één pagina. 

Met een fomulier kan de bezoeker zich aanmelden, voor bijvoorbeeld een bijeenkomst of nieuwsbrief. Meestal plaats je een formulier achter een CTA-knop, maar het kan ook direct op de pagina. 

Het component 'medewerker' is een kader (blokje) met contactgegevens van een medewerker en een link naar diens profielpagina. Je kunt kiezen voor een korte weergave of een weergave met foto.

Met het component 'locatie' kun je het adres van een UvA-locatie toevoegen.Dit is een kader met gegevens uit de locatielijst van de UvA. 

Als je een tabel wil plaatsen in je artikel, is het belangrijk dit niet met een plaatje te doen, maar door een tabel te maken in het cms. Zo zorg je er namelijk voor dat de tabel op alle schermen goed leesbaar is. Daarnaast voldoet deze dan aan de toegankelijkheidseisen. 

• Maak niet meer dan 5 kolommen. Dan blijft je tekst ook op kleinere schermen goed leesbaar.
• Houd de tekst in elke cel kort.
• Zet altijd een kop boven de tabel. Gebruik hiervoor de opmaakmogelijkheid in de tabel.
• Maak hem scanbaar met bijvoorbeeld horizontale lijnen of om en om gearceerde rijen.