Voorkom afkortingen zo veel mogelijk, tenzij het ingeburgerde begrippen zijn, zoals hbo, vwo of eigennamen (UvA, UB, FNWI). Schrijf de eigennaam de eerste keer wel voluit. Dus: Universiteit van Amsterdam (UvA).
Gebruik voor citaten enkele aanhalingstekens: ‘Dit is een citaat.’
Gebruik bij een citaat binnen een citaat dubbele aanhalingstekens: ‘Binnen dit citaat is “dit is een citaat” een citaat.’
Als een citaat een onderdeel vormt van een gewone hoofdzin, dan vallen de leestekens (zoals komma's) die niet bij het citaat horen, maar wel bij de hoofdzin, buiten de aanhalingstekens:
Voor citaten binnen citaten gelden dezelfde regels. Let erop dat als beide citaten tegelijk beginnen of eindigen, er twee aanhalingstekens openen of sluiten direct na elkaar komen: ‘Toen ik erom vroeg, zei hij: “Natuurlijk!”’
Citaten die je gebruikt als koppen, krijgen geen punt.
Engelse woorden die vernederlandst zijn, schrijf je volgens de Nederlandse spelling. Deze woorden vervoeg je ook op de Nederlandse manier. Dus de voltooide tijd van een werkwoord als ‘faxen’ wordt ‘gefaxt’. Zie ook de uitleg van Onze Taal over Engelse werkwoorden.
Gebruik je een Engels woord dat niet is ingeburgerd in het Nederlands (en dus niet in het Groene boekje en Van Dale voorkomt)? Schrijf het dan de eerste keer dat je het in de tekst noemt cursief.
NB: Dit geldt voor print- en drukwerk. Voor webteksten gebruiken we cijfers.
Schrijf de volgende getallen in de lopende tekst voluit: getallen van een tot en met twintig, tientallen, honderdtallen en duizendtallen. En de woorden miljoen, miljard, biljoen enz.
Geeft dat bij het gebruik van getallen onder en boven de twintig lelijke inconsequenties, kies dan wel voor getallen:
Bij rangtelwoorden gebruik je het achtervoegsel -ste of - de. Gebruik geen superscript. Dus juist is:
Geef studiepunten weer in cijfers. Gebruik ook in teksten met veel cijfermatige of technische gegevens liever cijfers dan woorden.
Opleidingsnamen schrijven we met een hoofdletter. Vakken schrijven we ook met een hoofdletter.
Het vakgebied schrijven we met kleine letter: Hij is gepromoveerd in de economie.